Onze portemonnee

Financiële kaders

Inleiding
Jaarlijks houden we in de kadernota de financiële kaders tegen het licht. Dit zijn kaders voor het omgaan met de baten en lasten van onze portemonnee. Deze financiële kaders zijn leidend voor de gehele budgetcyclus. Ze zijn de basis voor het opstellen van de Begroting 2026 en de Meerjarenraming 2027-2029.

Een eventueel voorstel om van een kader af te wijken wordt een expliciet beslispunt van het raadsvoorstel in de begroting, kadernota of bestuursrapportage. In deze kadernota stellen wij voor om één kader toe te voegen: 25% van de areaaluitbreiding opbrengsten OZB worden gereserveerd voor het beheer van de openbare ruimte. Wij lichten dit hieronder bij onderdeel 15 toe.  

Toelichting kaders
In bijlage 1 staat een overzicht van de huidige financiële kaders. In dit hoofdstuk lichten wij enkele kaders ter verheldering toe. Wij gebruiken daarbij dezelfde nummering van de kaders als in de bijlage.

Wij stellen voor om:
- in te stemmen met de financiële kaders;
- een nieuw kader toe te voegen: 25% van de areaaluitbreiding opbrengsten OZB worden gereserveerd voor beheer openbare ruimte.

5. Gemeentefonds
Voor 2025 en daarna is het nog afwachten wat er met het Gemeentefonds gaat gebeuren. Op het moment van samenstellen van deze kadernota is de meicirculaire nog niet klaar. In de meicirculaire 2025 worden de financiële effecten van het regeringsbeleid voor het Gemeentefonds bekendgemaakt. Halverwege juni informeren we uw raad over de uitkomsten van de meicirculaire. U kunt dan de uitkomsten betrekken bij de besluitvorming over de financiële stukken in de raad van 27 juni 2025.

Door de hoge inflatie in de afgelopen jaren is het voor onze gemeente een grote uitdaging om een sluitende begroting 2026 aan te bieden. We stellen niet voor om de financiële kaders bij te stellen op het gebied van indexatie. Maar wel om de verwachte voordelen door prijscompensatie van de meicirculaire 2025 en de septembercirculaire 2025 te reserveren in de stelpost indexatie.

8. Prijsstijging
In bijlage 1 blijkt bij dit onderdeel: aanpassen budgetten 0%. Dit betekent dat budgetten in principe niet worden geïndexeerd. Een beperkt aantal budgetten wordt wel geïndexeerd, namelijk bedrijfsvoering (2%) en gemeenschappelijke regelingen en stichtingen (werkelijke indexatie). Concreet betekent dit dat ongeveer de helft van de lasten van de begroting niet wordt geïndexeerd.

Zie verder de toelichting bij het hoofdstuk Financiële ontwikkelingen (kopje Prijsstijging).

9. Bedrijfsvoering
Afspraak raad

Wij hebben met uw raad een zogenaamde volumeafspraak. Deze afspraak houdt in dat we de budgetten voor personele kosten jaarlijks met 3% indexeren. Deze indexering zetten wij in voor:

- Cao-ontwikkelingen en premies en sociale lasten (2%);

- Organisatieontwikkelingen (1%).

Deze afspraak geldt niet voor nieuwe taken.

De huidige CAO voor gemeente loopt tot 31 maart 2025. In april is er een onderhandelaarsakkoord bereikt over onze nieuwe CAO. Deze moet nog worden teruggelegd naar de achterban, na ledenraadpleging zal deze definitief worden.
In deze kadernota gaan we uit van een geschatte verhoging van de personeelskosten van 5%. Dit is ten opzichte van het kader (2%) een overschrijding van 3%. Daarom stellen wij voor om het budget bedrijfsvoering te verhogen met € 840.000 (3% van € 25 miljoen personeelskosten en 3% van € 3 miljoen ICT-kosten), ten laste van de stelpost indexatie.
Als we kijken naar de inhoud van het onderhandelaarsakkoord kunnen we voorzichtig concluderen dat we kunnen volstaan met deze ophoging.

10. Gemeenschappelijke regelingen
Bij het opstellen van de Kadernota 2026 hebben we de begrotingen 2026 en meerjarenramingen 2027-2029 van de 7 gemeenschappelijke regelingen (GR’en) gecontroleerd. We hebben geïnventariseerd in hoeverre de gevraagde bijdrage voor de komende jaren in onze begroting is opgenomen. De verschillen tussen onze raming en de ramingen in de begroting van de GR brengen we ten laste van het begrotingssaldo. In onderstaande tabel is een positief verschil een voordeel en een negatief verschil een nadeel. We nemen de extra kosten mee in de stelpost indexatie.

2026

2027

2028

2029

Totale mutatie:

41.207

-74.382

-115.571

-22.550

Uit de bovengenoemde mutaties blijkt dat de verhogingen beperkt zijn en voor 2026 zelfs een verlaging van de bijdrage aan de gemeenschappelijke regelingen. Voorgaande jaren was de jaarlijkse verhoging van de budgetten ongeveer € 300.000.

15. Belastingen: Onroerende zaakbelasting
In deze kadernota doen wij geen voorstel voor het OZB-opbrengst 2026. Dit gebeurt in de begroting 2026. Het is onze intentie om voor 2026, conform het bestuursprogramma 2022-2026, de opbrengsten met 2,75% te verhogen. Dit percentage is lager dan de huidige en de verwachte inflatiecijfers.

15. Belastingen: Onroerende zaakbelasting en Beheer Openbare ruimte
In deze kadernota stellen wij voor om één kader toe te voegen: 25% van de areaaluitbreiding opbrengsten OZB worden gereserveerd voor beheer openbare ruimte.

Deze toevoeging is noodzakelijk, want door de UMO Wonen zien we een aanzienlijke areaaluitbreiding. Dit betekent voor onze gemeente extra opbrengsten OZB. Maar ook dat er extra lasten zijn voor het beheer van de openbare ruimte voor bijvoorbeeld de Koesteeglocatie en het centrumplan Exloo.

15. Belastingen: Toeristenbelasting
Op basis van het bestuursprogramma 2022-2026 zijn de tarieven Toeristenbelasting voor 2023, 2024 en 2025 als volgt vastgesteld:
- Groepsaccommodaties € 0,60 per overnachting;
- Campings € 1,30 per overnachting;
- Hotels/BenB/bungalowparken € 1,75 per overnachting.

In deze kadernota doen wij een voorstel om de toeristenbelasting 2026 niet te wijzigen. Dit is conform het bestuursprogramma 2022-2026.

Deze pagina is gebouwd op 05/21/2025 09:42:35 met de export van 05/19/2025 13:37:01